Lever1 800 500
← Terug

Leverwaarden uit balans? Ontcijfer de signalen van je lever

13-06-2025

Een bloedonderzoek kan veel onthullen over de gezondheid van de patiënt, vooral als het gaat om de lever. Afwijkende leverwaarden in het bloed zijn namelijk vaak de eerste aanwijzing dat er iets mis is, dikwijls voor er klinische symptomen zijn. De interpretatie van deze testen is echter niet altijd eenduidig. Hieronder worden wat handvaten gegeven over de meest courante levertesten.

Wat zijn levertests?

Er zijn verschillende bloedtesten die informatie geven over de lever. Deze kunnen ingedeeld worden in 3 categorieën: cellulaire schademerkers, cholestasetesten en functionele testen.

Categorie

Testen

Betekenis

Cellulaire schademerkers

  • ALT (SGPT)
  • AST (SGOT)
  • (LDH)

Cellulaire schademerkers wijzen op het kapotgaan (lysis) van levercellen (hepatocyten). Hierdoor komen enzymes vrij die zich in hoge concentratie in de levercellen bevinden. ALT (SPGT) is hier specifieker voor de lever dan AST (SGOT).

Cholestasemerkers

  • Alkalische fosfatasen
  • Gamma-GT (yGT)
  • Bilirubine

Cholestasemerkers wijzen op belemmerde afvloei van de gal. Dit kan een intra- of extrahepatische oorzaak hebben (te onderscheiden via echografie).

Leverfunctietesten

  • Prothrombinetijd (PT /INR)
  • Albumine
  • Ammoniak (NH3)
  • (Trombocyten)

De leverfunctietesten leren ons hoe goed de lever als orgaan nog functioneert. Deze testen zijn typisch pas gestoord bij (acuut) leverfalen of bij (gevorderde) cirrose.

Soms worden de cellulaire schademerkers (ALT (SGOT) en ALT (SGPT), ook wel de transaminasen genoemd) verkeerdelijk als “leverfunctietesten” benoemd, doch in principe zeggen deze niets over hoe goed de lever werkt, enkel hoeveel hepatocyten er op dit moment aan het kapot gaan zijn. LDH stijgt ook bij leverschade, doch dit enzym is in heel veel cellen van het lichaam aanwezig, dergelijke verhoging is dus eerder aspecifiek.

De echte leverfunctietesten (PT (INR), albumine en ammoniak) zijn pas in een laat ziektestadium verstoord, gezien de lever beschikt over een grote reservecapaciteit. Het feit dat deze “normaal” zijn wil dus niet zeggen dat er geen leverziekte is. Het kan namelijk decaden duren vooraleer een leverprobleem (bv. NAFLD) aanleiding geeft tot functionele stoornissen (bv. door optreden cirrose). Een uitzondering zijn gevallen van acuut leverfalen, waarbij op korte tijd een groot deel van de hepatocyten disfunctioneel wordt.

Ten slotte zijn er nog berekeningen die kunnen gebeuren gebruikmakend van verschillende levertesten, zoals de FIB4-score. De FIB-4 score is een berekening die kan gebruikt worden als niet-invasieve screening voor leverfibrose en cirrose.

Ongeveer 20% van de patiënten met (niet)-alcoholische steatohepatitis ((N)ASH) ontwikkelt binnen de 20 jaar levercirrose, dit vaak zonder symptomen. Gezien de pandemie van obesitas en metabool syndroom (die beide gepaard gaan met een sterk verhoogd risico op (N)AFLD en (N)ASH) is deze oorzaak van cirrose sterk in opmars en vaak ondergediagnosticeerd, tot in een vergevorderd stadium. De FIB-4 kan hier in sommige gevallen leiden tot een vroege detectie, met mogelijkheid tot interventie om de evolutie naar cirrose te vertragen of te voorkomen.

Interpretatie: kijk naar het patroon!

Gestoorde levertesten kunnen veel verschillende oorzaken hebben. Wat kan helpen om tot de juiste etiologie te komen is kijken naar het patroon van de afwijkingen.

Bij een hepatocellulair patroon zijn de afwijkingen in de transaminasen (AST (SGPT) en ALAT (SGPT)) meer uitgesproken dan de afwijkingen in de cholestasemerkers. Bij een cholestatisch patroon is het omgekeerd. Ten slotte mag nooit vergeten worden dat soms de levertesten gestoord zijn door een probleem dat zich niet in de lever bevindt (zgn. extrahepatische problematiek), bv. spierschade, hartinfarct, botproblematiek of zwangerschap.

Patroon

Extrahepatisch

Hepatocellulair

Cholestatisch

Testafwijkingen

  1. Geïsoleerde alkalische fosfatasen afwijking, zonder yGT: denk aan placenta of bot
  2. AST verhoging > ALT verhoging: denk aan spierschade / hartinfarct

Verhoging transaminasen >> alkalische fosfatasen en yGT verhoging

Alkalische fosfatasen en yGT verhoging >> transaminasen

Etiologieën aan de basis

  1. Zwangerschap: hcg
  2. Botproblematiek (fractuur, botmetastasen, groeispurt): kliniek
  3. Spierschade (rhabdomyolyse): sterke stijging CK
  4. Hartinfarct: stijging troponines

Acuut

  • Virale hepatitis (A, E, B, C)
  • Niet-hepatitis virus (EBV, CMV, Parvo B19, …)
  • Intoxicatie
  • Ischemie
  • Alcoholische steatohepatitis (ASH)

Chronisch

  • (N) AFLD ((niet)alcoholische vette leverziekte)
  • Chronische virale hepatitis (B, C)
  • Hemochromatose
  • Coeliakie
  • Auto-immune hepatitis

Acuut

  • Acute galobstructie (galsteen, cholangitis)
  • Medicatie (Drug induced liver injury of DILI)

Chronisch

  • Auto-immune cholestatische ziekte (PSC (primaire scleroserende cholangitis) of PBC (primaire biliaire cirrose)
  • Levermaligniteit (primair of metastase)
  • Sarcoïdose

Ten slotte zijn bepaalde afwijkingen suggestief voor (overmatig) alcoholgebruik.

  • Verhoging AST > verhoging ALT

Bij de meeste leverproblemen is ALT (SGPT) meer gestoord dan AST (SGOT), gezien ALT (SGPT) specifieker is voor de lever. Alcohol zorgt echter voor een omkering van deze ratio, dus een (relatief) hogere AST afwijking dan ALT.

  • Verhoging yGT >> verhoging alkalische fosfatasen

Bij (overmatig) alcoholgebruik stijgt de yGT disproportioneel meer dan de alkalische fosfatasen. Dergelijk patroon (zeker indien gecombineerd met een AST die hoger is dan ALT, en al dan niet nog MCV die gestegen is), is dus suggestief voor (te veel) alcoholconsumptie.

ALT (SGPT) en/of AST (SGOT)?

In 2024 besliste de overheid om geen terugbetaling van zowel AST (SGOT) als ALT (SGPT) meer te voorzien in eenzelfde bloedafname. Het samen bepalen van deze testen geeft nochtans bijkomende informatie, die “gemist” wordt als er eentje moet gekozen worden.

  • Niet-hepatische problemen: eerder AST stijging dan ALT
  • Alcoholgebruik: eerder AST stijging dan ALT
  • FIB4-score: heeft zowel AST als ALT nodig. Dit gezien bij fibrose (en zeker bij cirrose) er ook een relatief hogere stijging is van AST tegenover ALT.
    • Daarnaast worden ook de bloedplaatjes in rekening gebracht, gezien bij fibrose/cirrose (door verminderde productie van trombopoietine en portale hypertensie) er een trombocytopenie optreedt.
    • Merk op: een gestegen FIB4-score is niet bewijzend voor leverfibrose/cirrose. Er wordt aanbevolen om bij gestegen FIB4 dit aan te vullen met een tweede screeningstechniek (bv. elastografie).

Indien beide testen (AST (SGOT) en ALT (SPGT)) samen worden aangevraagd, wordt een kostprijs van ongeveer €3 aangerekend aan de patiënt.

Conclusie

Er zijn verschillende soorten levertesten (schademerkers, cholestasemerkers en functietesten) die gestoord kunnen zijn in verschillende patronen (hepatocellulair of cholestatisch) en soms ook bij niet-leverproblemen (extrahepatische ziekten). AST (SGOT) en ALT (SGPT) zijn vaak samen verstoord, doch de ratio tussen de twee (of anders gezegd: de relatieve verhoging van de ene tegenover de andere) geeft informatie over mogelijke onderliggende oorzaken die je niet hebt als je maar één van de twee testen hebt. Daarnaast heeft de FIB4 score, een niet-invasieve screeningstest voor fibrose/cirrose, beide testen nodig om berekend te kunnen worden (naast leeftijd en bloedplaatjes). Voor bijkomende vragen over interpretatie van levertesten (of als u bv. wil weten welke testen er moeten gebeuren om bepaalde onderliggende ziektes te diagnosticeren), contacteer gerust de klinisch bioloog.

Bronnen

  • Evaluation of Abnormal Liver Tests – Woreta et al. 2014
  • Bernal et al – Acute Liver Failure NEJM 2013
  • Liver enzyme alteration: a guide for clinicians – Giannini et al 2005
  • gezondheid.be