Lactose intolerantie2 800 500

Lactose-intolerantie: een veelvoorkomende klacht

25-09-2024

Lactose-intolerantie is een veelvoorkomende aandoening waarbij je lichaam moeite heeft om lactose, de suiker in melkproducten, te verteren. Dit komt doordat het enzym lactase niet voldoende aanwezig is. Het gevolg? Vervelende darmklachten zoals opgeblazenheid, buikpijn en diarree. Hoewel het ongemak groot kan zijn, is lactose-intolerantie eenvoudig vast te stellen met een moleculaire test.

Wat is lactose-intolerantie precies?

Lactose is een suiker die we terugvinden in talloze voedingsproducten zoals melk, room en kazen. Bij mensen met lactose-intolerantie wordt dit suiker niet of slecht verteerd. Het onverteerde lactose belandt in de dikke darm, waar het wordt vergist door bacteriën. Dit proces veroorzaakt de bekende, soms aanhoudende, darmklachten.

Opvallend is dat zo’n twee derde van de wereldbevolking lactose-intolerant is. Vooral in Afrika, Azië, Zuid-Amerika en Zuid-Europa komt het veel voor. In Noord-Europa en Noord-Amerika zijn mensen beter aangepast aan lactose, dankzij een lange geschiedenis van melkveehouderij.

Lactose versus lactase: wat is het verschil?

Lactose en lactase zijn nauw met elkaar verbonden, maar er is een belangrijk verschil. Lactase is een enzym dat nodig is om lactose af te breken. Dit enzym zorgt ervoor dat lactose wordt omgezet in de beter verteerbare suikers glucose en galactose. Het enzym lactase wordt aangemaakt in de dunne darm en is onmisbaar voor een goede vertering van melkproducten.

Waarom worden we met de jaren intoleranter voor lactose?

Lactose-intolerantie neemt vaak toe naarmate we ouder worden. Bij de geboorte maakt het lichaam in grote hoeveelheden lactase aan, omdat melk op dat moment de belangrijkste energiebron is. Na de speenperiode neemt de productie van lactase af bij een groot deel van de mensen. Dit fenomeen heet lactase non-persistentie, waarbij volwassenen minder goed lactose kunnen verteren. In andere gevallen blijft de lactaseproductie wel op peil, wat lactase persistentie wordt genoemd.

Hoe wordt lactose-intolerantie getest?

Lactose-intolerantie kan in verschillende gradaties voorkomen, wat het soms moeilijk maakt om de diagnose te stellen. De mate waarin je lichaam lactose kan verteren, hangt af van hoeveel lactase je aanmaakt én hoeveel lactose je eet. Een moleculaire test biedt echter een eenvoudige en betrouwbare manier om te bepalen of lactose-intolerantie de oorzaak is van je klachten.

Onderzoekers hebben ontdekt dat specifieke genetische varianten in het MCM6-gencomplex verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van lactase. Deze genetische markers volgen een dominant overervingspatroon en kunnen via een test worden opgespoord. Zo kunnen artsen met zekerheid zeggen of je lactose-intolerant bent of niet.

Genetica en lactose-intolerantie: een kwestie van erfelijkheid

Lactose-intolerantie wordt bepaald door je genen. Specifieke puntmutaties, zoals de -13910C>T mutatie in het LCT-gen, beïnvloeden of je lactase blijft aanmaken of niet. Als je twee kopieën van het C-allel hebt, is de kans groot dat je lactase non-persistent bent. Heb je een of twee T-allelen, dan blijf je meestal lactose verdragen, ook op latere leeftijd.

Lactose-intolerantie is een veelvoorkomende, vaak erfelijke aandoening die eenvoudig kan worden vastgesteld met een genetische test. Hoewel het klachten kan veroorzaken, is het goed te beheersen door aanpassingen in je dieet.

Het nut van een moleculaire test

Doordat lactose intolerantie in verschillende klinische gradaties kan voorkomen en doordat de hoeveelheid lactose inname een invloed heeft op het al dan niet optreden van neveneffecten, wordt de link tussen de darmklachten met lactoseconsumptie niet altijd snel gelegd. Dit kan zorgen voor aanhoudende onverklaarbare darmklachten. Onderzoek heeft uitgewezen dat bepaalde puntmutaties ter hoogte van het MCM6 complex (minichromosome maintenance complex component 6), een regulatorische regio voor het LCT gen, verantwoordelijk zijn voor het al dan niet persisteren van lactase productie.

Medilab biedt een PCR test aan op bloed (EDTA, paarse dop) of buccale wisser die bepaalt welke puntmutatie de patiënt draagt op positie LCT-13910. Dit is de belangrijkste genetische merker die verantwoordelijk is voor lactase persistentie. In 85-98% van de gevallen (afhankelijk van de studie) is lactose intolerantie te wijten aan deze puntmutatie en daarom is er een goede overeenkomst tussen PCR en de lactose ademtest (Anguita-Ruiz et al, Nutrients 2020). Opmerking: bij mensen van Afrikaanse afkomst kan ook een andere mutatie leiden tot lactose tolerantie. Deze wordt niet opgespoord met onze test.

De PCR kost €65 voor de patiënt (niet terugbetaald).