Inhalatie allergie3 800 500
← Terug

Inhalatieallergieën: een nauwkeurige diagnose met laboratoriumonderzoek

29-10-2024

Het stellen van een diagnose bij inhalatieallergieën kan complex zijn. Dankzij zorgvuldig labo-onderzoek en gerichte IgE-testen kan men echter nauwkeurige inzichten verkrijgen. Hieronder bespreken we enkele cruciale diagnostische stappen en de rol van specifieke IgE-bepalingen.

Het belang van een grondige anamnese

De basis voor elke allergiediagnose begint bij een diepgaande anamnese. Dit houdt in dat de arts alle klachten en symptomen van de patiënt in kaart brengt en verbanden legt met mogelijke allergenen. De anamnese helpt om een gerichte aanvraag te doen voor specifieke IgE-bepalingen, wat de nauwkeurigheid van het onderzoek verhoogt. Een goede anamnese maakt vaak het verschil tussen een correcte diagnose of een vals positief of vals negatief resultaat.

Specifieke IgE-testen: wanneer en waarom?

De specifieke IgE-test is een belangrijk instrument voor het bevestigen van inhalatieallergieën. Deze test meet de aanwezigheid van IgE-antilichamen tegen specifieke allergenen, zoals pollen, huisstofmijt of dierepitheel. Toch is het belangrijk om te benadrukken dat het totale IgE-gehalte weinig diagnostische waarde heeft. Enkel een gerichte test op basis van de anamnese kan zinvolle informatie opleveren. Zo kan een patiënt met een huisstofmijtallergie bijvoorbeeld ook een vals positief resultaat krijgen voor schaaldieren, zonder dat er sprake is van een echte allergie.

Pollenallergie: een seizoensgebonden uitdaging

Pollenallergieën komen voornamelijk voor tijdens de bloeiperiodes van bepaalde bomen, grassen en kruiden. In België zijn berk, els, hazelaar en eik veelvoorkomende veroorzakers van allergische klachten. De symptomen volgen een seizoensgebonden patroon, en met tools zoals de pollenkalender van AirAllergy kan men de bloeiperiodes voorspellen. Dit helpt artsen om beter in te schatten wanneer ze specifieke IgE-testen voor boompollen moeten aanvragen.

Kruisallergieën: een complex probleem

Een ander aspect dat de diagnose van inhalatieallergieën bemoeilijkt, is de aanwezigheid van kruisallergieën. Dit komt voor wanneer het immuunsysteem reageert op vergelijkbare allergenen in voeding en pollen. Een klassiek voorbeeld is de kruisreactie tussen berkenpollen en pitvruchten zoals appel en perzik. Deze kruisovergevoeligheden kunnen leiden tot secundaire voedselallergieën, die moeilijk te diagnosticeren zijn zonder een grondige anamnese en eventueel een orale provocatietest.

Het verband tussen IgE-concentratie en klinische relevantie

De voorspellende waarde van een specifieke IgE-test hangt af van de concentratie van IgE-antilichamen in het bloed. Hoe hoger de concentratie, hoe groter de kans op een klinisch relevante allergie. Toch verschilt de voorspellende waarde per allergeen. Zo heeft een IgE-concentratie van 3,5 kU/L voor kattenroos een veel hogere voorspellende waarde dan dezelfde concentratie voor hondenroos. Daarnaast speelt leeftijd een belangrijke rol: bij kinderen kunnen lagere waarden al wijzen op een klinisch significante allergie.

Laboratoriumdiagnostiek als sleutel tot een correcte diagnose

Een correcte diagnose van inhalatieallergieën vereist een combinatie van een grondige anamnese en gerichte specifieke IgE-bepalingen. Hoewel kruisallergieën en secundaire voedselallergieën de diagnose kunnen bemoeilijken, biedt een goed uitgevoerde laboratoriumdiagnostiek een duidelijke richting voor de behandeling en het beheer van allergieën.